Terug naar het overzicht

Boek participatieverhalen, bijdrage Laura “Loslaten is niet zo makkelijk”

Participatieverhalen is een boek (Arjen P. van Leeuwen) met inspirerende verhalen en prikkelende visies over samenwerken, meedoen en burgerkracht. Laura heeft voor dit boek het volgende artikel geschreven. 

Geschreven door: Laura Been

Loslaten begint met een besluit: wat laat je los en wat niet? Aan de hand van een aansprekend voorbeeld laat Weusthuis en Partners zien hoe je loslaten kunt oefenen.

Initiatieven de ruimte geven

Er leven prachtige initiatieven in onze samenleving. Dorpen, straten en individuen willen met elkaar aan de slag om hun omgeving duurzamer, mooier en socialer te maken. Dit is burgerkracht op z’n mooist. Het liefst zien we dat deze ‘goede’ initiatieven tot bloei komen. Ook gemeenten willen dit soort initiatieven vaak van harte steunen. Toch lukt het ze in de praktijk vaak niet. Sterker nog, soms zitten ze zelfs een beetje in de weg. Initiatieven lopen dan vast op onduidelijkheid, op regelgeving, op gemeentelijke procedures. Hiermee gaat energie verloren en stranden initiatieven soms onnodig. Gemeenten geven niet voor niets aan dat ze graag wat meer ruimte zouden willen geven, wat meer willen loslaten. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Vasthouden voelt vaak makkelijker.  De ervaring leert dat loslaten vraagt om duidelijke keuzes.

Nodig: een besluit om los te laten

Een prachtig voorbeeld van loslaten zien we in IJlst, waar de lokale energiecoöperatie een zonnepark wil realiseren. Vooraf aan de planvorming, toen de locatie en precieze invulling nog niet bekend was, heeft de gemeenteraad besloten om in te stemmen met realisatie. Op voorwaarde dat de initiatiefnemers zouden aantonen dat er draagvlak was in de omgeving. Hiermee gaf de gemeenteraad zeggenschap over het initiatief aan de omgeving. Dit heeft ervoor gezorgd dat de initiatiefnemers zich nog meer eigenaar voelden van hun eigen initiatief. Dat heeft goed gewerkt; het zonnepark wordt in 2020 gerealiseerd, met bijna 100% draagvlak.

In IJlst begon loslaten met een besluit om de zeggenschap over te dragen aan de omgeving. Loslaten door de overheid altijd begint altijd met een besluit van diezelfde overheid. Dit kan een besluit zijn over verschuiving van zeggenschap, maar ook om middelen vrij te maken of om regelvrije ruimte in te stellen. Belangrijk is dat dit besluit duidelijkheid biedt voor een initiatief: wat zijn de spelregels, hoe zijn de rollen verdeeld?

Hoe losser het loslaten, hoe groter het effect

We begeleiden een (andere) gemeente die wil experimenteren met het loslaten op het terrein van de energietransitie. De grote opgave die hier ligt, vormt de aanleiding om de samenleving extra ruimte te geven om hiermee aan de slag te gaan. Bij het maken van keuzes over hoe ver dit loslaten gaat, loopt de gemeente tegen een dilemma aan. Hoe ruimer het kader is waarbinnen wordt losgelaten, hoe meer mogelijkheid er is voor burgers en ondernemers om aansluiting te vinden en aan de slag te kunnen. Maar tegelijkertijd, hoe ruimer het kader, hoe spannender voor de gemeente. Want: hoe minder grip je hebt op de uitkomst. Mogelijk reageert de samenleving anders dan verwacht, of helemaal niet. Hoe meer een gemeente durft los te laten, hoe meer ruimte er ontstaat voor de samenleving. Bij deze gemeente wordt ervoor gekozen om regelvrije ruimte te creëren. Dit is een spannende keuze, maar wel een keuze die veel kan opleveren.

Conclusie

Loslaten is dus niet zo makkelijk als het lijkt. Loslaten begint met een besluit: wat laat je los (en wat niet)? Een helder kader hierbij zorgt voor duidelijkheid voor een initiatief. Bij voorkeur is dit kader zo ruim mogelijk, zodat er zoveel mogelijk ruimte is voor initiatieven vanuit de samenleving.

De komende periode blijven we leren over loslaten door dit te oefenen. Gemeenten die hiermee durven te experimenteren, doen ervaringen op die de komende jaren ook in andere gemeenten van pas zullen komen. Als we goede voorbeelden met elkaar blijven delen, worden we hier met elkaar nog sneller beter in. En kunnen we de aanwezige innovatiekracht vanuit de samenleving nóg beter benutten.